SV | En Jeftha zeide tot hen: Ik en mijn volk waren zeer twistig met de kinderen Ammons; en ik heb ulieden geroepen, maar gij hebt mij uit hun hand niet verlost. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר יִפְתָּח֙ אֲלֵיהֶ֔ם אִ֣ישׁ רִ֗יב הָיִ֛יתִי אֲנִ֛י וְעַמִּ֥י וּבְנֵֽי־עַמֹּ֖ון מְאֹ֑ד וָאֶזְעַ֣ק אֶתְכֶ֔ם וְלֹֽא־הֹושַׁעְתֶּ֥ם אֹותִ֖י מִיָּדָֽם׃ |
Trans. | wayyō’mer yifətāḥ ’ălêhem ’îš rîḇ hāyîṯî ’ănî wə‘ammî ûḇənê-‘ammwōn mə’ōḏ wā’ezə‘aq ’eṯəḵem wəlō’-hwōša‘ətem ’wōṯî mîyāḏām: |
En Jeftha zeide tot hen: Ik en mijn volk waren zeer twistig met de kinderen Ammons; en ik heb ulieden geroepen, maar gij hebt mij uit hun hand niet verlost.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Jeftha zeide tot hen: Ik en mijn volk waren zeer twistig met de kinderen Ammons; en ik heb ulieden geroepen, maar gij hebt mij uit hun hand niet verlost.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!